Van Leiquán (雷拳) naar Shuǐniú Quán (水牛拳) – “Waterbuffel Vuist”
Onderstaande toelichting heeft betrekking op het lesthema van deze week de beoefening van taolu – stijlvormen. Het gaat specifiek om de stijlvorm Leiquán (雷拳) een bewegingsvorm voor de hogere beoefeningsgraden in mijn kungfuschool. Velen kennen de bewegingsvorm en hebben de intensieve krachtsinspanning van deze stijlvorm wellicht al jarenlang ervaren. Met mijn uitleg wil ik nu niet alleen de verbinding met hun training verder verdiepen, maar ook de filosofische en culturele betekenis ervan onderstrepen. Dit biedt een extra inzicht, waardoor zeker bij deze taolu men met nog meer dynamiek en precisie kan uitvoeren.
Bij de oprichting van mijn kungfuschool heb ik besloten om een kenmerkende naam te geven aan elke stijlvorm die ik heb geleerd. Waar deze vormen voorheen simpelweg werden aangeduid met een volgnummer, voelde ik de behoefte om ze te verrijken met een naam die hun unieke karakter weerspiegelt. De namen zijn gebaseerd op de stilistische bewegingen en de diepere kenmerken van elke routine, om zo hun essentie beter te vangen en over te brengen.
Een voorbeeld hiervan is Leiquán (雷拳), oftewel onze “Dondervorm”, een bewegingsvorm die zich onderscheidt door zijn harde, explosieve uitvoering. De naam “donder” belichaamt de kracht, snelheid en onvoorspelbare impact van deze stijl. Elke naam die ik heb gekozen, heeft niet alleen een functionele waarde, maar ook een symbolische betekenis die de filosofie en dynamiek van de bewegingen uitdrukt.
Tijdens mijn zoektocht om dieper tot de kern te komen van mijn eigen vechtkunstbeoefening, kwam ik de term Kabau tegen in van mijn oudere boeken (1934) de Encyclopaedia van Nederlands-Indië. De term Kabau (in het Maleis) , die verwijst naar de waterbuffel, werd in mijn training al vroegtijdig genoemd door een van mijn leraren bij het aanleren van specifieke bewegingen.
Pas nu besef ik echter hoe treffend deze verwijzing was. De waterbuffel belichaamt kracht, standvastigheid en een vloeiende, gestage energie. Het is een wezen dat niet alleen fysiek sterk is, maar ook een spirituele betekenis heeft in verschillende culturen: een symbool van geduld, hard werk en harmonie met de natuur.
Bij nader inzicht realiseerde ik me dat deze term eigenlijk een veel krachtiger en passender naam is voor de betreffende stijl. De waterbuffel symboliseert namelijk perfect de balans tussen krachtige en vloeiende uitvoer, wat centraal staat in deze bewegingsvorm. Waar Leiquán de explosiviteit benadrukt, biedt de verwijzing naar de waterbuffel een bredere symboliek die ook de stabiliteit, focus en harmonie van de stijl omvat. Bovendien eert de naam “waterbuffel” de agrarische en culturele geschiedenis die verweven is met dit dier en zijn betekenis in Azië.
Om deze reden heb ik besloten om deze bewegingsvorm voortaan te hernoemen tot Shuǐniú Quán (水牛拳) – “Waterbuffel Vuist”. Deze naam doet niet alleen recht aan de stylistische kenmerken van de bewegingen, maar eert ook de diepe culturele en persoonlijke betekenis die de term Kabau in mijn leerproces heeft gehad. Het symboliseert de krachtige maar rustige energie van de waterbuffel en verbindt de traditie van de stijl met een unieke, eigentijdse visie.
Door deze naamswijziging wil ik een brug slaan tussen mijn herinneringen, de rijke symboliek van de waterbuffel, en de kernwaarden van deze stijl. Shuǐniú Quán wordt zo niet alleen een naam, maar ook een eerbetoon aan de lessen en ervaringen die deze vorm hebben gevormd.
Shuǐniú Quán (水牛拳) – De Waterbuffelvuist
“Onbeweeglijk als een berg, vloeiend als een rivier, precies als de vlucht van een feniks.”
Peter