Inspiraties, Nieuws

Expositie over de Gouden Ming-periode: Kungfu als Levend Erfgoed

 

Onlangs bezocht ik het Aziatisch museum Guimet in Parijs voor de expositie “Gouden Schatten uit de Ming-periode.” Deze tentoonstelling bood een fascinerend inkijkje in de cultuur en welvaart van de Ming-dynastie (明朝, Míng Cháo, 1368-1644), een tijd waarin niet alleen de Chinese kunst, maar ook de krijgskunst kungfu (功夫) tot bloei kwam. De gouden kunstwerken symboliseerden niet alleen welvaart maar stonden ook symbool voor de balans tussen kracht en elegantie – waarden die we ook in onze kungfubeoefening hoog in het vaandel dragen.

De tentoonstelling toont enkele uitzonderlijke stukken en onthult de geheimen van dit goud. Ambachtelijke technieken, kleurensymboliek, de betekenis van motieven, banden met de natuur of het boeddhisme: achter het esthetische aspect gaat een hele wereld van betekenis en codes schuil. Bij een van de audiovisuele displays over de geschiedenis  over de Ming periode dwaalde ik af naar een van de vragen die mijn leerlingen vaker aan mij stellen:

“Hoe kan het dat kungfu ook in landen zoals Indonesië of andere Aziatische landen van origine beoefend wordt?”

Het antwoord ligt in de geschiedenis. Tijdens de Ming-periode stuurde keizer Yongle (永乐, Yǒnglè) beroemde admiraal Zheng He (郑和) op zeven grote expedities naar Zuidoost-Azië en zelfs Afrika. Deze reizen waren niet alleen gericht op handel, maar verspreidden ook de Chinese cultuur en tradities, zoals vechtkunst en de Chinese leeuwendans (舞狮). De indrukwekkende vloot van Zheng He bestond tijdens zijn grootste expedities uit maar liefst 300 schepen en tot 30.000 bemanningsleden. De grootste schepen, de “schatschepen,” waren uitzonderlijk groot voor hun tijd, met lengtes tussen 60 en 120 meter. Aan boord waren niet alleen bemanningsleden, maar ook soldaten, tolken, artsen, ambachtslieden en wetenschappers. Deze goed georganiseerde vloot droeg bij aan de verspreiding van de oude Chinese cultuur. Velen van Zheng He’s bemanningsleden, waaronder kungfu-meesters, vestigden zich uiteindelijk in verschillende delen van Azië, waaronder Indonesië, waar kungfu een blijvende invloed kreeg en zich verder ontwikkelde. 

 

 

Vandaag de dag herinneren Zheng He’s expedities ons aan de rijke culturele uitwisseling tussen China en omringende landen. Dankzij deze historische connectie kreeg kungfu in landen zoals Indonesië eigen, lokale invloeden en groeide het uit tot een veelzijdige vechtkunst die de grenzen van het Chinese vasteland overstijgt. Hierdoor werd kungfu meer dan alleen een Chinese krijgskunst; het is een levend erfgoed dat mensen wereldwijd inspireert en verbindt.

De Ming-dynastie speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van kungfu zoals we dat vandaag kennen. Kennis over verschillende kungfu-stijlen werd in die tijd gedocumenteerd en overgeleverd. Dit erfgoed leeft voort in onze trainingen en technieken en herinnert ons aan de eeuwenlange traditie die aan onze beoefening ten grondslag ligt.

 

 

Het bezoek aan het museum bracht me nog dichter bij de rijke geschiedenis van de Ming-periode en liet me opnieuw de diepte en betekenis van mijn kungfu-beoefening ervaren. Het museumbezoek gaf me weer nieuwe inzichten en inspiratie voor onze trainingen, waarmee ik telkens wil laten zien dat kungfu meer is dan een gevechtsvorm: het is een filosofie en een manier van leven. Laten we deze eeuwenoude kunst koesteren en doorgeven aan toekomstige generaties, zodat de ziel van kungfu blijft voortleven.

Peter

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.